vrijdag 14 november 2014

Woestijn / Zee / Wildernis: Biogea (Serres)

Ok - ik moet er, denk ik, toch ook maar aan. Ik heb lang in het Derridiaanse-Levinassiaanse kamp gezeten, maar het wordt tijd om toch volledig seculier te gaan en in te zien dat we niet alleen aan onze medemensen rechtvaardigheid verschuldigd zijn, maar aan alles wat leeft. De vraag is natuurlijk: hoe codificeren we die verantwoordelijkheid? Langs welke weg? Wat voor contracten, vervolgingen, aanklachten etc zijn mogelijk? Kunnen we alleen maar waus praten over eco-dingen? Zo van 'ja-ja-ja' en 'eigenlijk, eigenlijk, eigenlijk,'… en meemompelen met mensen met wie we het toch wel eens zijn. Of is een ander taalgebruik mogelijk? Eentje waarin uitingen gedaan worden die ons zouden kunnen verassen. Waarin we worden aangesproken?

Note to self: Misschien dit boek van Michel Serres maar eens lezen.


Serres had al gesteld (in de jaren negentig) dat een nieuw wederzijds 'natural contract' nodig was tussen mensen en natuur. Anders gaat alles kapot.  De vraag is alleen: wie onderhandelt er voor de natuur bij het opstellen van dit contract? Is 't niet altijd toch de mens (hoe geitenwollensokken-bebaard-&-behaard en eco deze ook is) die voor de natuur spreekt? (En maakt dit 'spreken voor de natuur' de eco's niet precies zo onuitstaanbaar: 'ik spreek namens de natuur!' 'Ohja, en weet je wel zeker dat de natuur het hier ook mee eens is? Volgens mij vind de natuur het helemaal niet zo fijn om behouden te worden. Lekker een beetje kapotmaken vindt het veel prettiger).

Het geestige van Serres is dat hij stelt dat de natuur wel degelijk spreekt. Hij stelt "The Earth speaks to us in terms of forces, bonds and interactions, and that's enough to make a contract." De vraag is alleen hoe begrijpen we de natuur: "What is it saying? Does it have some meaning? Who is speaking? Can we understand its warning? Will I one day be able to decipher the call from the Earth?"

Serres geeft, natuurlijk, toe dat dit vragen zijn die niet eenduidig te beantwoorden zijn - maar stelt wel dat er bepaalde groepen zijn die beter in staat zijn om te luisteren naar de manier waarop de Aarde spreekt. Zeelui, bijvoorbeeld (zoals Serres zelf was). Of landarbeiders.

Mijn stellingen: 1) dat is waarom kerkvaders, hermits, Mozes, etc naar de woestijn, de zee of de wildernis trokken: om daar te luisteren naar iets dat spreekt in een andere taal, nl die van golf, ruis, kracht, vuur, puls. (Want (en dit is stelling 1a): woestijn / zee / wildernis zijn liminale zones: net buiten de rechtsorde en (stelling 1b): daarom wordt de rechtsorde hier geponeerd; wetten worden geformuleerd.)) b) dat is waarom de taal-uit-de-woestijn niet juridisch is, maar poëtisch.

(Luister maar naar Bjork's CD biophilia (ijsland is ook een woestijn/zee/wildernis, een pre-ontologische ruimte. 't Is nog niet gevormd. De lava is wel naar boven geborreld, maar de schepping is nog niet af. Bjork: 'ik zing altijd buiten, wandelend. het is communiceren met de natuur.')





Serres schrijft (aan het einde van zijn boek):

"We know that Biogea converses. Scientific or imagined, my brief short stories have tried to make the foreignness, no doubt still unfelt, of these languages heard by building a first megaphone for Gea: seas, rivers, lands, glaciers, volcanoes, winds; then for Bio: rats, wolves and jackals - faunta, apple, trees, wisteria, oaks and lindens - flora; lastly by connecting these megaphones to our own encounters and cries."







1 opmerking:

  1. Heel boeiend! Ik las net wat stukken uit Bruno Latour's Politics of Nature over 'political ecology' waarin hij ingaat op het vraagstuk van een politiek geheel van mensen en niet-mensen en de mogelijkheid bespreekt om een discussie aan te gaan met niet-menselijke anderen. Net als Serres bekritiseert hij het idee dat mensen niet-mensen kunnen vertegenwoordigen, in wetenschap en in politiek (en in het recht, zou ik aanvullen), en het idee dat "facts speak for themselves". Politiek voor Latour is een collectieve discussie waarvan ook niet-mensen onderdeel uitmaken. Wetenschappers kunnen volgens hem spraakprotheses ontwikkelen waardoor niet-mensen kunnen participeren in discussies met mensen (zie hoofdstuk 2).

    Een minder expliciet poëtische kijk, of misschien juist andersoortig poëtisch? Prothesen worden immers ontworpen, waarom niet in poëzie en kunst? Misschien fungeert taal in recht wel als een soort prothese, net als het masker van de rechtspersoonlijkheid.

    Dit bevraagt in elk geval onder andere Serres' poëtische kijk op het vraagstuk:
    "If we concede too much to facts, the human element in its entirety tilts into objectivity, becomes a countable and calculable thing, a bottom line in terms of energy, one species among others. If we concede too much to values, all of nature tilts into the uncertainty of myth, into poetry or romanticism; everything becomes soul and spirit. If we mix facts and values, we go from bad to worse, for we are depriving ourselves of both autonomous knowledge and independent morality. We shall never know, for example, whether the apocalyptic predictions with which the militant ecologists threaten us mask the power scientists hold over politicians or the domination politicians exercise over poor scientists.
    This book sets forth the hypothesis that political ecology has nothing at all to do with “nature”—that blend of Greek politics, French Cartesianism, and American parks. Let me put it bluntly: political ecology has nothing to do with nature." (4/5)

    Oftewel, zowel het modernistische idee van de splitsing tussen natuur en cultuur, als het idee van 'natuur' als in de Gaia theorie, natuur als een groot organisch geheel van energie, maakt een politieke aanpak van het ecologische probleem onmogelijk volgens Latour, maar ook een juridische zou ik zeggen. De natuur/cultuur splitsing, net als de wetenschap/politiek splitsing, maakt van natuur of wetenschap de grote ander (is dat wat er ook in Serres gebeurt?). In plaats daarvan kunnen we natuur misschien beter zien als een groot organisch wordend geheel, als daarbinnen zich begeeft wat Latour political ecology noemt, en wat je volgens mij naar het juridische kunt uitklappen: een domein waarin conflicterende belangen beslecht kunnen worden door middel van politiek of recht, oftewel de taal(prothese). Maar in cosmologische vorm?

    Misschien dus ook een interessant boek om te lezen naar aanleiding van dit vraagstuk.

    En IJsland is prachtig!

    BeantwoordenVerwijderen