maandag 7 oktober 2019

Lanoye, Hamlet, Lacan (2)

Lanoye's Hamlet spreekt via het lichaam van een zwangere vrouw. Het lichaam is een moederlichaam.

Hierdoor lijkt Hamlet vs Hamlet het perfecte companion piece van Ian McEwan's Nutshell, de hervertelling van Hamlet waarin de Deense prins de gedaante heeft van een foetus.


In McEwans' novelle hoort Hamlet-de-Feutus door de baarmoederwand stemmen. Hij hoort ze niet alleen, hij verstaat ze.

McEwan roept daarmee een beeld op dat psychoanalytische theorie in de jaren tachtig en negentig obsedeerde: dat van het ongeboren - of preoedipale - kind dat de stem van de moeder hoort (Kristeva, Rosello, Silverman). De stem van de moeder is daarmee niet alleen een part object (Lacan), maar de stem van de moeder ligt aan de basis van wat Kristeva het semiotische noemde, taal in zijn niet-semantische, maar sonore register. Het semiotische is het terrein van de stem, in plaats van de taal. Maar daarom, zo stelt ook het terrein van (avant-garde) literatuur. Van schrijvers die, zoals Celine, kiezen om in hun werk te spreken in-naam-van-de-moeder in plaats van de vader.

Ewan's feutes, is echter, net als Hamlet opvallend welbespraakt. Het luistert ook niet zozeer naar de stem van de moeder, maar naar de radio: naar BBC4, naar podcasts.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten