Een sleutelterm
is het boek van Best is ‘schuld’ / ‘indebtedness’ – en ik denk dat deze term
voor ons productief kan zijn.
Best bestudeert
de samenhang tusse twee negentiende-eeuwse juridische ‘gebeurtenissen’: de zgn
‘fugitive slave act,’ en de opkomst van ‘copyright’ / ‘intellectueel eigendom.’
Beiden herformuleerden (op een radicale manier) het begrip ‘eigendom’: de
‘fugitive slave act’ bevestigt de juridische status van de slaaf als ‘bezit’ en
de ‘copyright’ act wil allerlei niet materiele zaken herdefinieren als ‘bezit.’
Op het eerste gezicht lijkt voor de
(juridische – politieke – economische) wereld waarin wij leven dat tweede het
meest relevant: in onze geglobaliseerde economie houdt ‘kapitaal’ en het
bezitten van de productiemiddelen niet meer in het bezitten van fabrieken of
machines (het fysiek produceren kan altijd uitbesteed worden aan derde wereld
landen). Het gaat om het bezitten van het octrooi, merk, logo, copyright (zoals
Naomi Klein al beweerde). (Vandaar dat de strijd rond copyright-handhaving
‘symptomatisch’ is voor onze situatie).
Maar later dacht
ik: centraal in de ‘fugitive slave act’ is dat een slaaf een ‘persoon’ is die
ook ‘bezit’ kan zijn omdat hij iets (nl werk) verschuldigd is aan zijn eigenaar. En dit is – zoals de occupy beweging
stelde – de situatie waarin de zgn 90 % zich bevindt. [Maar onze ‘schuld’ kan
tegenwoordig natuurlijk losgemaakt worden van ons persoon, en verhandeld worden
op financiele markten etc]
Ik vraag me
trouwens ook af of het ‘verzet’ hiertegen altijd een Christelijk idioom nodig
heeft. Zoals Best laat zien: de abolitionists waren door & door
Christelijk. Maar ook de schuld-wegscheld beweging (van Bono en de paus enz.)
van rond de laatste eeuwwisseling maakt duidelijk dat ‘kwijtschelden’ en
‘vergeven’ voor ons nog met elkaar verbonden zijn…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten