zondag 18 oktober 2015

Glimlachende daders

Frans-Willem kwam vorig jaar met het plan om een onderzoeksproject op te zetten over de-rechtzaak-als-komedie  (n.a.v. het werk van Plautus, en mijn stuk over Arendt's opmerkingen over humor tijdens de Eichmann zaak). Uiteindelijk raakten we toen geïnteresseerd in lachende (of in het Engels 'smirking') daders in de rechtzaal, zoals de RAF leden (die in Stammheim telkens giechelden), maar vooral Breivik. Wat is 't voor lach op zijn gezicht? Hoe beschrijven we dit?
Nu las ik vrijdag in de NRC dat Klaus Theweleit, auteur van het schitterende Mannenfantasieen (waarin hij de dagboeken van leden van de proto-fascistische Vrijkorpsen analyseert op onderliggende fantasieën), een boek exact hierover heeft uitgebracht: Das Lachen der Taeter. (Een interview met Theweleit in de FAZ staat hier).

Ik zou daar heel graag een stuk uit lezen met onze club - misschien als losse sessie, voordat we het over smaad gaan hebben...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten