dinsdag 6 oktober 2015

Ka-Tsetnik / Nazisploitation / Joy Division


1.

Een van de meest aangrijpende scènes tijdens de Eichmann zaak in 1961 was de breakdown van getuige Yehiel De-Nur, die onder het pseudoniem Ka-Tsetnik de autobiografische kamp-roman The House of Dolls uitbracht in 1955- een boek dat in recente decennia in de marges van de Holocaust canon terecht is gekomen vanwege de 'smakeloze' groteske scènes van geseksualiseerd geweld die erin werden beschreven. Ik heb het boek niet gelezen. Ik weet alleen dat Arendt er in haar Eichmann boek smalend over is, en dat een medewerker van Yad Vashem het eens 'pornografisch' heeft genoemd.

De covers van het boek zijn dan ook veelbelovend.




(Volgens velen was het boek ook de grote inspiratiebron van de vooral in Italië populaire Nazisploitation, zoals "Ilsa, She-Wolff of the SS" (1974), maar ook latere art-house klassiekers (Night Porter (1974) en Pasolini's Salo (1975)).


In Israel leidde House of Dolls tot een explosie van wat "Stalag" fictie werd genoemd - pulp over concentratiekamp-gruwelen (met titels als "I was Colonel Schultz Private Bitch")- dat het toppunt van zijn populariteit beleefde in de jaren vlak voor de Eichmann zaak (in 1961 kwam er een verbod op Stalag-fictie).



Maar die Ka-Tzetnik dus, auteur van Holocaust-kitch, kreeg tijdens zijn getuigenis in Jerusalem in 1961 een epileptische aanval. Na wat onsamenhangende woorden stortte hij in elkaar en begon manisch te trillen en moest uiteindelijk worden weggedragen.


Deze scene die juridisch gezien geen enkele betekenis had (de getuigenis was immers mislukt), had cultureel gezien een enorme impact. De gefilmde beelden van de ineenstorting van De-Nur werden over de hele wereld vertoond, en 'stonden' voor velen voor de Eichmann zaak. Een zaak die door velen gelezen werd 'met' of 'tegen een achtergrond' van Stalag-fictie. 



2.

In 1978 besloten Ian Curtis, Bernard Sumner, Peter Hook, en Stephen Morris hun band 'Warsaw' om te dopen tot 'Joy Division,' een naam die ze ontlenen aan House of Dolls. De band zingt zelden over de Holocaust, maar draagt graag jaren dertig kleding en gebruikt een aparte iconografie voor haar eerste plaat. 

(En noemt ook een nummer naar een roman van J.G. Ballard)



Mijn vraag is: wat zijn dit voor getuigenissen, van (enerzijds) Ka-Tzetnik, en zijn literaire 'pornografisering' van Auschwitz, maar ook zijn collapse op het moment dat hij gevraagd wordt om zijn herinneringen te verwoorden? Hoe zijn deze twee 'performances' aan elkaar gerelateerd?

Wat voor getuigenis is (indirect) die van Curtis - grootgebracht in het eerste decennium waarin de kennis over de Holocaust ineens 'lesstof' werd op scholen, maar ook weer werd gegeven in pulp die onder dezelfde schoolbanken werd doorgegeven? Wat 'betekent' Curtis' rare performance - niet alleen zijn teksten en stemgebruik, maar ook de dans die het midden houdt tussen een marcherende marionet en een epileptische aanval die aan die van Ka-Zetnik doet denken. Wat 'reist' er hier tussen de recht- en schoolbanken, via pulp, tv-journaal en postpunk podium act? Affecten? Trauma's? Depressie? Collaps? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten